Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Wie [14]het gebod onderhoudt, [15]zal niets kwaads gewaar worden; en [16]het hart eens wijzen zal tijd en wijze weten. 14. Te weten, het bevel des konings, hetwelk niet strijdt tegen den wil en het bevel Gods. 15. Dat is, hij zal in de ongenade en straf Gods of des konings en der overheid niet vervallen. Hebr. zal niet weten een kwaad ding. 16. Dat is, een wijs man weet hoe hij zich naar gelegenheid zal schikken, dat hij God en den koning niet vertoornt.